Jeremia 11:6-16

6 En de HEERE zeide tot mij: Roep al deze woorden uit in de steden van Juda, en in de straten van Jeruzalem, zeggende: Hoort de woorden dezes verbonds, en doet dezelve.
7 Want Ik heb uw vaderen ernstiglijk betuigd, ten dage als Ik hen uit Egypteland opvoerde, tot op dezen dag, vroeg op zijnde en betuigende, zeggende: Hoort naar Mijn stem!
8 Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, maar hebben gewandeld, een iegelijk naar het goeddunken van hunlieder boos hart; daarom heb Ik over hen gebracht al de woorden dezes verbonds, dat Ik geboden heb te doen, maar zij niet gedaan hebben.
9 Voorts zeide de HEERE tot mij: Er is een verbintenis bevonden onder de mannen van Juda, en onder de inwoners van Jeruzalem.
10 Zij zijn wedergekeerd tot de ongerechtigheden hunner voorvaderen, die Mijn woorden geweigerd hebben te horen; en zij hebben andere goden nagewandeld, om die te dienen; het huis Israels en het huis van Juda hebben Mijn verbond gebroken, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb.
11 Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen.
12 Dan zullen de steden van Juda en de inwoners van Jeruzalem henengaan, en roepen tot de goden, dien zij gerookt hebben; maar zij zullen hen gans niet kunnen verlossen ten tijde huns kwaads.
13 Want naar het getal uwer steden zijn uw goden geweest, o Juda! en naar het getal der straten van Jeruzalem hebt gijlieden altaren gesteld voor die schaamte, altaren om den Baal te roken.
14 Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op; want Ik zal niet horen, ten tijde als zij over hun kwaad tot Mij zullen roepen.
15 Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis te doen, dewijl zij die schandelijke daad met velen doet, en het heilige vlees van u geweken is? Wanneer gij kwaad doet, dan springt gij op van vreugde.
16 De HEERE had uw naam genoemd een groenen olijfboom, schoon van liefelijke vruchten; maar nu heeft Hij met een geluid van een groot geroep een vuur om denzelven aangestoken, en zijn takken zullen verbroken worden.

Jeremia 11:6-16 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JEREMIAH 11

This chapter gives an account of the covenant God had made with the people of the Jews; their breach of it; and the evils threatened them on that account; and particularly against the men of Anathoth, for their ill treatment of the prophet. It begins with the order to Jeremiah to rehearse the words of the covenant in the ears of the men of Judah and Jerusalem, Jer 11:1-3, which covenant is described by the sanction of it; a curse in case of disobedience; and a promise of being their God, and bringing them into the good land, in case of obedience; and by the time when it was made, when the Israelites were brought out of Egypt, Jer 10:3-5, which order, the prophet agreeing to, is repeated, Jer 10:5,6 declaring the earnest protestation and exhortation of God to obey it, which they not observing, were threatened with the curses of it, Jer 11:7,8, the present Jews doing as their forefathers had done, breaking the covenant, particularly by their idolatry, are threatened also with punishment they should not escape, Jer 11:9-11 which is aggravated by a resolution to show no regard to their cries, Jer 11:11, by the impotence of their idols to save them, though so numerous, Jer 11:12,13, by forbidding the prophet to pray for them, Jer 11:14, by their having no longer a place and protection in the house of God, because of their wickedness, Jer 11:15, by comparing their former and present state together, having been as a beautiful and fruitful olive tree, but now burnt, and its branches broken, Jer 11:16, next follows an account of a design of the men of Anathoth against the prophet, to take away his life, which he was ignorant of, till the Lord gave him knowledge of it, Jer 11:17-19, when he imprecates vengeance on them, Jer 11:20, and, under a spirit of prophecy from the Lord, foretells their utter ruin and destruction, Jer 11:21,22.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.