Jesaja 19:2-12

2 Want Ik zal de Egyptenaren tegen de Egyptenaren verwarren, dat zij zullen strijden een iegelijk tegen zijn broeder, en een iegelijk tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk.
3 En de geest der Egyptenaren zal uitgeledigd worden in het binnenste van hen, en hun raad zal Ik verslinden; dan zullen zij hun afgoden vragen, en den bezweerders, en den waarzeggers, en den duivelskunstenaars.
4 En Ik zal de Egyptenaars besluiten in de hand van harde heren, en een strenge koning zal over hen heersen, spreekt de Heere HEERE der heirscharen.
5 En zij zullen de wateren uit de zee doen vergaan, en de rivier zal verzijpen en verdrogen.
6 Zij zullen ook de rivieren verre terugdrijven, zij zullen ze uithozen, en de gedamde stromen opdrogen; het riet en het schilf zullen verwelken.
7 Het papiergewas bij de stromen, aan de oevers der stromen, en al het gezaaide aan de stromen, zal verdrogen; het zal weggestoten worden, en niet meer zijn.
8 En de vissers zullen treuren, en allen, die den angel in de stromen werpen, zullen rouw maken; en die het werpnet uitbreiden op de wateren, zullen kwijnen.
9 En de werkers in het fijne vlas zullen beschaamd worden, ook de wevers van de witte stof.
10 En zij zullen met hun fondamenten verbrijzeld worden, allen, die voor loon lustige staande wateren maken.
11 Gewisselijk, de vorsten van Zoan zijn dwazen, de raad der wijzen, der raadgevers van Farao, is onvernuftig geworden; hoe kunt gijlieden dan zeggen tot Farao; Ik ben een zoon der wijzen, een zoon der oude koningen?
12 Waar zijn nu uw wijzen? Dat zij u nu te kennen geven of vernemen, wat de HEERE der heirscharen beraadslaagd heeft tegen Egypte.

Jesaja 19:2-12 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 19

This chapter contains prophecies of various calamities that should come upon Egypt in a short time, and of the conversion of many of them to Christ in Gospel times. The calamities are many; the Lord's coming unto them, which their gods cannot prevent, nor stand before, nor save them, and at which the hearts of the Egyptians are dispirited, Isa 19:1 civil wars among themselves, Isa 19:2 want of counsel, which sends them to idols and wizards, but in vain, Isa 19:3 subjection to a cruel lord, Isa 19:4 drying up of their rivers and waters, so that the paper reeds wither, and fishes die; and hence no business for fishermen, nor for workers in flax, or weavers of nets, Isa 19:5-10,15 the stupidity of their princes and wise counsellors, given up by the Lord to a perverse spirit, so that they concerted wrong measures, and deceived the people, Isa 19:11-14 a general consternation among them, because of the hand and counsel of the Lord; and because of the Lord's people, the Jews, who were a terror to them, Isa 19:16,17 and then follows the prophecy of their conversion in later times, which is signified by their speaking the language of Canaan, and swearing to the Lord, Isa 19:18 by their erecting an altar, and a pillar to the Lord, which should be a sign and witness to him; and by their crying to him, and his sending them a Saviour, and a great one, Isa 19:19,20 by his being known unto them, by their offering sacrifice to him, and by his smiting and healing them Isa 19:21,22 and the chapter is concluded with a prophecy of that harmony, and agreement, and fellowship, that shall be between Jew and Gentile, between Egypt, Assyria, and Israel; and that the blessing of God should be upon them all, Isa 19:23-25.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.