Jesaja 28:8-18

8 Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats schoon is.
9 Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen van de borsten?
10 Want het is gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig.
11 Daarom zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken;
12 Tot dewelken Hij gezegd heeft: Dit is de rust, geeft den moeden rust, en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen.
13 Zo zal hun het woord des HEEREN zijn; gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig; opdat zij heengaan, en achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt en gevangen worden.
14 Daarom, hoort des HEEREN woord, gij bespotters, gij heersers over dit volk, dat te Jeruzalem is!
15 Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen.
16 Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.
17 En Ik zal het gericht stellen naar het richtsnoer, en de gerechtigheid naar het paslood; en de hagel zal de toevlucht der leugen wegvagen, en de wateren zullen de schuilplaats overlopen.
18 En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden.

Jesaja 28:8-18 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 28

In this chapter the ten tribes of Israel and the two tribes of Judah and Benjamin, are threatened with divine judgments, because of their sins and iniquities mentioned. The ten tribes, under the name of Ephraim, for their pride and drunkenness, Isa 28:1 the means of their destruction, the Assyrian monarch, compared to a hail storm, and a flood of mighty waters, Isa 28:2 which destruction, for their sins, is repeated, and represented as sudden and swift; when they would be like a fading flower and hasty fruit, Isa 28:3,4 and then, as for the two tribes, though they had a glorious prince at the head of them, who had a spirit of wisdom and judgment for government, and of valour and courage for war, Isa 28:5,6 yet the generality of the people, led on by the example of priest and prophet, went into the same sensual gratifications as they of the ten tribes did, Isa 28:7,8 and became sottish and unteachable, and were like children just taken from the breast, and to be used as such, Isa 28:9-11 and though the doctrine proposed to be taught them was such as, if received, would be of the greatest advantage to them, for their comfort and refreshment, yet it was refused by them with the utmost contempt; which was to be their ruin, Isa 28:12,13, wherefore the rulers of Jerusalem are threatened with the judgments of God, which should come upon them night and day, the report of which would be a vexation to them; and from which they should not be screened by their covenant with death and hell, or by their shelters and coverings with lies and falsehood, in which they placed their confidence, Isa 28:14,15 Isa 28:17-22 in the midst of which account, for the comfort of the Lord's people, stands a glorious prophecy, concerning the sure foundation laid in Zion, on which all that are built are safe and happy, Isa 28:16 and the certainty of these judgments is illustrated by the method which the ploughman takes in sowing his corn, and threshing it out; for which he has instruction and direction from the Lord of hosts, Isa 28:23-29.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.