Jesaja 33:15-24

15 Die in gerechtigheden wandelt, en die billijkheden spreekt; die het gewin der onderdrukkingen verwerpt; die zijn handen uitschudt, dat zij geen geschenken behouden; die zijn oor stopt, dat hij geen bloedschulden hore, en zijn ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie;
16 Die zal in de hoogten wonen, de sterkten der steenrotsen zullen zijn hoog vertrek zijn; zijn brood wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis.
17 Uw ogen zullen den Koning zien in Zijn schoonheid; zij zullen een ver gelegen land zien.
18 Uw hart zal de verschrikking overdenken, zeggende: Waar is de schrijver? Waar is de betaalsheer? Waar is hij, die de torens telt?
19 Gij zult niet meer dat stuurse volk zien, het volk, dat zo diep van spraak is, dat men het niet horen kan, van belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan kan.
20 Schouwt Sion aan, de stad onzer bijeenkomsten; uw ogen zullen Jeruzalem zien, een geruste woonplaats, een tent, die niet ter neder geworpen zal worden, welker pinnen in der eeuwigheid niet zullen uitgetogen worden, en van welker zelen geen verscheurd worden.
21 Maar de HEERE zal aldaar bij ons heerlijk zijn, het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit zal daar doorvaren, en geen treffelijk schip zal daar overvaren.
22 Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning. Hij zal ons behouden.
23 Uw touwen zijn slap geworden, zij zullen hun mastboom niet kunnen recht stijf houden, zij zullen het zeil niet uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen buit uitgedeeld worden, zelfs zullen de lammen den roof roven.
24 En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben.

Jesaja 33:15-24 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 33

This chapter contains an account of God's judgments upon the enemies of his people, and of the peaceable, comfortable, and happy state of the church in the latter day. The judgment denounced, Isa 33:1 a prayer of the church for safety and protection, which it promises itself from what God had heretofore done, Isa 33:2,3 an answer to it, declaring the spoil of the enemy, and the happy times the people of God should enjoy through his appearance for them, Isa 33:4-6 though previous thereunto there would be very distressing ones, Isa 33:7-9 when the Lord resolves to arise and exert his power in the destruction of the people, who should be burnt up like stubble, thorns, and lime, Isa 33:10-12 persons far and near are called upon to take notice of this, Isa 33:13 which would issue in a different manner, in the surprise and terror of hypocrites, and in the safety and plenty of provisions for good men, who are described, Isa 33:14-16 and then follow promises to them, of seeing the King in his beauty, and beholding a distant country of reflecting on past terror with pleasure, being freed from it, and in no danger of a foreign enemy, Isa 33:17-19 and the chapter is concluded with a famous prophecy of the peace, prosperity, and safety of the church, and of the healthfulness of its inhabitants, under the protection of Christ, its King and Lawgiver, its enemies being also an easy prey to it, Isa 33:20-24.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.