Jozua 23:11-16

11 Daarom bewaart uw zielen naarstiglijk, dat gij den HEERE, uw God, liefhebt.
12 Want zo gij enigszins afkeert, en het overige van deze volken aanhangt, van deze, die bij u overgebleven zijn, en u met hen verzwagert, en gij tot hen zult ingaan, en zij tot u;
13 Weet voorzeker, dat de HEERE, uw God, niet voortvaren zal deze volken van voor uw aangezicht te verdrijven; maar zij zullen ulieden zijn tot een strik, en tot een net, en tot een gesel aan uw zijden, en tot doornen in uw ogen, totdat gij omkomt van dit goede land, hetwelk u de HEERE, uw God, gegeven heeft.
14 En ziet, ik ga heden in den weg der ganse aarde; en gij weet in uw ganse hart en in uw ganse ziel, dat er niet een enig woord gevallen is van al die goede woorden, welke de HEERE, uw God, over u gesproken heeft; zij zijn u alle overkomen; er is van dezelve niet een enig woord gevallen
15 En het zal geschieden, gelijk als al die goede dingen over u gekomen zijn, die de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft, alzo zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge van dit goede land, hetwelk u HEERE, uw God gegeven heeft.
16 Wanneer gij het verbond des HEEREN, uws Gods, overtreedt, dat Hij u geboden heeft, en gij heengaat en dient andere goden, en u voor dezelve nederbuigt, zo zal de toorn des HEEREN over u ontsteken, en gij zult haastiglijk omkomen van het goede land, hetwelk Hij u gegeven heeft.

Jozua 23:11-16 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JOSHUA 23

Joshua being old, convenes the states of Israel a little before his death, Jos 23:1,2; and in his address to them observes what God had done for them, and would do, Jos 23:3-5; and exhorts them to keep the commandments of God, and cleave to him, and not to mix with the Gentiles, and join with them in idolatrous practices, and then it would be well with them, Jos 23:6-11; but otherwise should they join with them, and depart from the Lord, who had so faithfully and punctually performed every good thing he had promised them, they might expect all evils and calamities, utter ruin and destruction, to befall them, Jos 23:12-16.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.