Jozua 3:1-6

1 Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken.
2 En het geschiedde, dat de ambtlieden, op het einde van drie dagen, door het midden des legers gingen;
3 En zij geboden het volk, zeggende: Wanneer gij de ark des verbonds des HEEREN, uws Gods, ziet, en de Levietische priesters dezelve dragende, verreist gijlieden ook van uw plaats, en volgt haar na;
4 Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaan zult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren en eergisteren.
5 Jozua zeide ook tot het volk: Heiligt u! want morgen zal de HEERE wonderheden in het midden van ulieden doen.
6 Desgelijks sprak Jozua tot de priesters, zeggende: Neemt de ark des verbonds op, en gaat door voor het aangezicht van dit volk. Zij dan namen de ark des verbonds op, en zij gingen voor het aangezicht des volks.

Jozua 3:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JOSHUA 3

Joshua removed from Shittim to Jordan, where he stayed three days, Jos 3:1,2; the people are directed to move when they saw the ark bore by the priests, and what distance they should keep from it, Jos 3:3,4; are bid to sanctify themselves against the morrow, when wonders would be wrought, Jos 3:5; and the priests are ordered to take up the ark, Jos 3:6; Joshua is encouraged by the Lord, and instructed to command the priests when they come to Jordan to stand still in it, Jos 3:7,8; and he declares to all the people, as a token that God would drive the Canaanites from before them, that as soon as the feet of the priests bearing the ark should rest in the waters of Jordan, they should be parted, and make way for them to pass through, Jos 3:9-13; which accordingly came to pass, so that all the Israelites passed over on dry ground, Jos 3:14-17.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.