Jozua 9:21-27

21 Verder zeiden de oversten tot hen: Laat hen leven, en laat ze houthouwers en waterputters zijn der ganse vergadering, gelijk de oversten tot hen gezegd hebben.
22 En Jozua riep hen, en sprak tot hen, zeggende: Waarom hebt gijlieden ons bedrogen, zeggende: Wij zijn zeer verre van ulieden gezeten, daar gij in het midden van ons zijt wonende?
23 Nu dan, vervloekt zijt gijlieden! en onder ulieden zullen niet afgesneden worden knechten, noch houthouwers, noch waterputters ten huize mijns Gods.
24 Zij dan antwoordden Jozua, en zeiden: Dewijl het aan uw knechten zekerlijk was te kennen gegeven, dat de HEERE, uw God, Zijn knecht Mozes geboden heeft, dat Hij ulieden al dit land geven, en al de inwoners des lands voor ulieder aangezicht verdelgen zoude, zo vreesden wij onzes levens zeer voor ulieder aangezichten; daarom hebben wij deze zaak gedaan.
25 En nu, zie, wij zijn in uw hand; doe, gelijk het goed en gelijk het recht is in uw ogen ons te doen.
26 Zo deed hij hun alzo, en hij verloste hen van de hand der kinderen Israels, dat zij hen niet doodsloegen.
27 Alzo gaf Jozua hen over ten zelven dage tot houthouwers en waterputters der vergadering, en dat tot het altaar des HEEREN, tot dezen dag toe, aan de plaats, die Hij verkiezen zoude.

Jozua 9:21-27 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JOSHUA 9

This chapter gives an account of the combination of the several kings of Canaan against Israel, Jos 9:1,2; and of the craftiness of the Gibeonites, pretending they were ambassadors from a far country, and desired to enter into a league with Israel, which they obtained, Jos 9:3-15; but when it was discovered who they were, it occasioned a murmuring among the people, Jos 9:16-18; which the princes quelled by proposing to make them hewers of wood, and drawers of water, Jos 9:19-21; in order to which Joshua summoned them before him, and chided them for beguiling them; and after they had made their excuse, he ordered them to the service the princes proposed, and so peace in the congregation of Israel was preserved, Jos 9:21-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.