Leviticus 20:1-9

1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Gij zult ook tot de kinderen Israels zeggen: Een ieder uit de kinderen Israels, of uit de vreemdelingen, die in Israel als vreemdelingen verkeren, die van zijn zaad den Molech gegeven zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; het volk des lands zal hem met stenen stenigen.
3 En Ik zal Mijn aangezicht tegen dien man zetten, en zal hem uit het midden zijns volks uitroeien; want hij heeft van zijn zaad den Molech gegeven, opdat hij Mijn heiligdom ontreinigen, en Mijn heiligen Naam ontheiligen zou.
4 En indien het volk des lands hun ogen enigzins verbergen zal van dien man, als hij van zijn zaad den Molech zal gegeven hebben, dat het hem niet dode;
5 Zo zal Ik Mijn aangezicht tegen dien man en tegen zijn huisgezin zetten, en Ik zal hem, en al degenen, die hem nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het midden huns volks uitroeien.
6 Wanneer er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn aangezicht tegen die ziel zetten, en zal ze uit het midden haars volks uitroeien.
7 Daarom heiligt u, en weest heilig; want Ik ben de HEERE, uw God!
8 En onderhoudt Mijn inzettingen, en doet dezelve; Ik ben de HEERE, Die u heilige.
9 Als er iemand is, die zijn vader of zijn moeder zal gevloekt hebben, die zal zekerlijk gedood worden; hij heeft zijn vader of zijn moeder gevloekt; zijn bloed is op hem!

Images for Leviticus 20:1-9

Leviticus 20:1-9 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO LEVITICUS 20

In this chapter several laws are, repeated, enforced with a penalty annexed to them, and the breach them made capital, to deter from it, as giving seed to Molech, Le 20:1-5; going after such that have familiar spirits, or are wizards, Le 20:6; by shunning which, and other sins, a regard would be shown to holiness, Le 20:7,8; such as cursing parents, Le 20:9; committing adultery, Le 20:10; incestuous copulations, and marriages, and beastly actions, Le 20:11-21; all which it became the Israelites to avoid, lest, when come into the land of Canaan, they should be cast out of it, as the old inhabitants were for the same things, Le 20:22-24; and therefore, that they might appear to be a distinct people from others, they were to put a difference between clean and unclean creatures, Le 20:25,26; and the chapter is closed with a law, making it death for any person to have a familiar spirit, or to be a wizard, Le 19:27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.