Micha 2:1-7

1 Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.
2 En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja, aan een iegelijk en zijn erfenis.
3 Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.
4 Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen, en zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers.
5 Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN.
6 Profeteert gijlieden niet, zeggen zij, laat die profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af van smaadheden.
7 O gij, die Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden geen goed bij dien, die recht wandelt?

Micha 2:1-7 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO MICAH 2

In this chapter complaint is made of the sins of the people of Israel, and they are threatened with punishment for them. The sins they are charged with are covetousness, oppression, and injustice, which were premeditated, and done deliberately, Mic 2:1,2; therefore the Lord devised evil against them, they should not escape; and which would bring down their pride, and cause them to take up a lamentation, because they should not enjoy the portion of land that belonged to them, Mic 2:3-5; they are further charged with opposing the prophets of the Lord, the folly and wickedness of which is exposed, Mic 2:6,7; and with great inhumanity and barbarity, even to women and children, Mic 2:8,9; and therefore are ordered to expect and prepare for a removal out of their land, Mic 2:10; and the rather, since they gave encouragement and heed to false prophets, and delighted in them, Mic 2:11; and the chapter is concluded with words of comfort to the remnant among them, and with precious promises of the Messiah, and the blessings of grace by him, Mic 2:12,13.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.