Numberi 15:16-26

16 Enerlei wet en enerlei recht zal ulieden zijn, en den vreemdeling, die bij ulieden als vreemdeling verkeert.
17 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
18 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij zult gekomen zijn in het land, waarheen Ik u inbrengen zal,
19 Zo zal het geschieden, als gij van het brood des lands zult eten, dan zult gij den HEERE een hefoffer offeren.
20 De eerstelingen uws deegs, een koek zult gij tot een hefoffer offeren; gelijk het hefoffer des dorsvloers zult gij dat offeren.
21 Van de eerstelingen uws deegs zult gij den HEERE een hefoffer geven, bij uw geslachten.
22 Voorts wanneer gijlieden afgedwaald zult zijn, en niet gedaan hebben al deze geboden, die de HEERE tot Mozes gesproken heeft;
23 Alles, wat u de HEERE door de hand van Mozes geboden heeft; van dien dag af, dat het de HEERE geboden heeft, en voortaan bij uw geslachten;
24 Zo zal het geschieden, indien iets bij dwaling gedaan, en voor de ogen der vergadering verborgen is, dat de ganse vergadering een var, een jong rund, zal bereiden ten brandoffer, tot een liefelijken reuk den HEERE, met zijn spijsoffer en zijn drankoffer, naar de wijze; en een geitenbok ten zondoffer.
25 En de priester zal de verzoening doen voor de ganse vergadering van de kinderen Israels, en het zal hun vergeven worden; want het was een afdwaling, en zij hebben hun offerande gebracht, een vuuroffer den HEERE, en hun zondoffer, voor het aangezicht des HEEREN, over hun afdwaling.
26 Het zal dan aan de ganse vergadering der kinderen Israels vergeven worden, ook den vreemdeling, die in het midden van henlieden als vreemdeling verkeert; want het is het ganse volk door dwaling overkomen.

Numberi 15:16-26 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 15

In this chapter the children of Israel are instructed about the meat offerings and drink offerings, and the quantities of them, which were always to go along with their burnt offerings and peace offerings they should offer when they came into the land of Canaan, Nu 15:1-12; and they are told that the same laws and ordinances would be binding equally on them that were of the country, and on the strangers in it, Nu 15:13-16; and an order is given them to offer a cake of the first dough for an heave offering, Nu 15:17-21; and they are directed what sacrifices to offer for sins of ignorance, both of the congregation and particular persons, Nu 14:22-29; but as for presumptuous sinners, they were to be cut off, Nu 14:30,31; and an instance is recorded of stoning a sabbath breaker, Nu 14:32-36; and the chapter is concluded with a law for wearing fringes on the borders of their garments, the use of which is expressed, Nu 14:35-41.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.