Numberi 25:10-18

10 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
11 Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, heeft Mijn grimmigheid van over de kinderen Israels afgewend, dewijl hij Mijn ijver geijverd heeft in het midden derzelve, zodat Ik de kinderen Israels in Mijn ijver niet vernield heb.
12 Daarom spreek: Zie, Ik geef hem Mijn verbond des vredes.
13 En hij zal hebben, en zijn zaad na hem, het verbond des eeuwigen priesterdoms, daarom dat hij voor zijn God geijverd, en verzoening gedaan heeft voor de kinderen Israels.
14 De naam nu des verslagenen Israelietischen mans, die verslagen was met de Midianietin, was Zimri, de zoon van Salu, een overste van een vaderlijk huis der Simeonieten.
15 En de naam der verslagene Midianietische vrouw was Kozbi, een dochter van Zur, die een hoofd was der volken van een vaderlijk huis onder de Midianieten.
16 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
17 Handel vijandelijk met de Midianieten, en versla hen;
18 Want zij hebben vijandelijk tegen ulieden gehandeld door hun listen, die zij listig tegen u bedacht hebben in de zaak van Peor, en in de zaak van Kozbi, de dochter van den overste der Midianieten, hun zuster, die verslagen is, ten dage der plaag, om de zaak van Peor.

Numberi 25:10-18 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 25

The contents of this chapter are, the sin of the people of Israel, their whoredom and idolatry, Nu 25:1-3, their punishment for it, multitudes being slain, Nu 25:4,5, whose number is given, Nu 25:9, the zeal of Phinehas in slaying two notorious offenders, Nu 25:6-8, whose names are observed, Nu 25:14,15 for which he is commended, and the covenant of priesthood was given and confirmed unto him, Nu 25:10-13, and the chapter is concluded with an order to vex the Midianites, for vexing Israel with their wiles, Nu 25:16-18.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.