Numberi 31:18-28

18 Doch al de kinderen van vrouwelijk geslacht, die de bijligging des mans niet bekend hebben, laat voor ulieden leven.
19 En gijlieden, legert u buiten het leger zeven dagen; een ieder, die een mens gedood, en een ieder, die een verslagene zult aangeroerd hebben, zult u op den derden dag en op den zevenden dag ontzondigen, gij en uw gevangenen.
20 Ook zult gij alle kleding, en alle gereedschap van vellen, en alle geiten haren werk, en gereedschap van hout, ontzondigen.
21 En Eleazar, de priester, zeide tot de krijgslieden, die tot dien strijd getogen waren: Dit is de inzetting der wet, die de HEERE Mozes geboden heeft.
22 Alleen het goud en het zilver, en het koper, het ijzer, het tin en het lood;
23 Alle ding, dat het vuur lijdt, zult gij door het vuur laten doorgaan, dat het rein worde; evenwel zal het door het water der afzondering ontzondigd worden; maar al wat het vuur niet lijdt, zult gij door het water laten doorgaan.
24 Gij zult ook uw klederen op den zevenden dag wassen, dat gij rein wordt; en daarna zult gij in het leger komen.
25 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
26 Neem op de som van den buit der gevangenen van mensen en van beesten; gij en Eleazar, de priester, en de hoofden van de vaderen der vergadering.
27 En deel den buit in twee helften tussen degenen, die den strijd aangegrepen hebben, die tot den strijd uitgegaan zijn, en tussen de ganse vergadering.
28 Daarna zult gij een schatting voor den HEERE heffen, van de oorlogsmannen, die tot dezen krijg uitgetogen zijn, van vijfhonderd een ziel, uit de mensen en uit de runderen, en uit de ezelen, en uit de schapen.

Numberi 31:18-28 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 31

This chapter contains an order to make war upon Midian, which was accordingly done, Nu 31:1-12, but Moses was wroth, because they saved the women alive, who, through the counsel of Balaam, had been the cause of sin, and of the plague for it in Israel, and therefore orders them, and the male children, to be slain, Nu 31:13-18, and then directs to the purification of the soldiers, their captives and spoil, Nu 31:19-24, and by the command of God an account is taken of the prey, and a division of it made between the soldiers and the congregation, and out of each part a tribute is levied for the Lord, Nu 31:25-31 and the sum of the whole booty is given, Nu 31:32-35 and of the part which belonged to the soldiers, and of the tribute given to the Lord, Nu 31:36-41 and of the part which belonged to the children of Israel, Nu 31:42-47 and besides the above tribute to the Lord, the officers made a voluntary oblation out of their spoil, both by way of gratitude for sparing their lives, and to make atonement for their souls, Nu 31:48-54.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.