Numberi 34:13-23

13 En Mozes gebood den kinderen Israels, zeggende: Dit is het land, dat gij door het lot ten erve innemen zult, hetwelk de HEERE aan de negen stammen en den halven stam van Manasse te geven geboden heeft.
14 Want de stam van de kinderen der Rubenieten, naar het huis hunner vaderen, en de stam van de kinderen der Gadieten, naar het huis hunner vaderen, hebben ontvangen; mitsgaders de halve stam van Manasse heeft zijn erfenis ontvangen.
15 Twee stammen en een halve stam hebben hun erfenis ontvangen aan deze zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts tegen den opgang.
16 Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
17 Dit zijn de namen der mannen, die ulieden het land ten erve zullen uitdelen: Eleazar, de priester, en Jozua, de zoon van Nun.
18 Daartoe zult gij uit elken stam een overste nemen, om het land ten erve uit te delen.
19 En dit zijn de namen dezer mannen: van de stam van Juda, Kaleb, de zoon van Jefunne;
20 En van den stam der kinderen van Simeon, Semuel, zoon van Ammihud;
21 Van den stam van Benjamin, Elidad, zoon van Chislon;
22 En van den stam der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon van Jogli;
23 Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod;

Numberi 34:13-23 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 34

In this chapter the bounds and borders of the land Canaan are described, according to the direction of the Lord to Moses, Nu 34:1,2, the south border, Nu 34:3-5, the western border, Nu 34:6, the north border, Nu 34:7-9, the east border, Nu 34:10-12, which is ordered to be divided by lot to the nine tribes and a half, two tribes and a half having received their inheritance on the other side Jordan, Nu 34:13-15, and the persons are nominated to divide the land, Eleazar and Joshua, with one prince out of every tribe, and who are mentioned by name, Nu 34:16-29.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.