Numberi 34:22-29

22 En van den stam der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon van Jogli;
23 Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod;
24 En van den stam der kinderen van Efraim, de overste Kemuel, zoon van Siftan;
25 En van den stam der kinderen van Zebulon, de overste Elizafan, zoon van Parnach;
26 En van den stam der kinderen van Issaschar, de overste Paltiel, zoon van Azzan;
27 En van den stam der kinderen van Aser, de overste Achihud, zoon van Selomi;
28 En van den stam der kinderen van Nafthali, de overste Pedael, zoon van Ammihud.
29 Dit zijn ze, dien de HEERE geboden heeft, den kinderen Israels de erfenissen uit te delen, in het land Kanaan.

Numberi 34:22-29 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NUMBERS 34

In this chapter the bounds and borders of the land Canaan are described, according to the direction of the Lord to Moses, Nu 34:1,2, the south border, Nu 34:3-5, the western border, Nu 34:6, the north border, Nu 34:7-9, the east border, Nu 34:10-12, which is ordered to be divided by lot to the nine tribes and a half, two tribes and a half having received their inheritance on the other side Jordan, Nu 34:13-15, and the persons are nominated to divide the land, Eleazar and Joshua, with one prince out of every tribe, and who are mentioned by name, Nu 34:16-29.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.