Openbaring 10:2-11

2 En hij had in zijn hand een boeksken, dat geopend was; en hij zette zijn rechtervoet op de zee, en den linker op de aarde.
3 En hij riep met een grote stem, gelijkerwijs een leeuw brult; en als hij geroepen had, spraken de zeven donderslagen hun stemmen.
4 En toen de zeven donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven hebben; en ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Verzegel, hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet.
5 En de engel, dien ik zag staan op de zee, en op de aarde, hief zijn hand op naar den hemel;
6 En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn;
7 Maar in de dagen der stem des zevenden engels, wanneer hij bazuinen zal, zo zal de verborgenheid Gods vervuld worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd heeft.
8 En de stem, die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga henen, neem het boeksken, dat geopend en in de hand des engels is, die op de zee en op de aarde staat.
9 En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig.
10 En ik nam dat boeksken uit de hand des engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als honig, en als ik het gegeten had, werd mijn buik bitter.
11 En hij zeide tot mij: Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natien, en talen, en koningen.

Openbaring 10:2-11 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO REVELATION 10

This chapter contains a vision of an angel of a wonderful appearance, the voices of the seven thunders, and an order to John to take the book in the hand of the angel, eat it, and prophesy. The angel is described by his strength, a mighty one; by his descent from heaven; by his attire, being clothed with a cloud; by a rainbow on his head; by his face being like the sun; by his feet, which were as pillars of fire, the one foot set on the sea, and the other on the earth; by having a little book open in his hand, and by the loud cry he made, like the roaring of a lion, Re 10:1-3, upon which seven thunders uttered their voices, which John was going to write, but was forbid, Re 10:4; next follows a solemn oath of the angers; the gesture he used, lifting up his hand to heaven; the person by whom he swore, the living God; what he swore to, that time should be no more, and that the mystery of God would be finished at the beginning of the seventh trumpet, Re 10:5-7; then several orders are given to John, as to take the open book in the hand of the angel, which he did, to eat it, as he accordingly did; when he found it to be as it was told him it would be, namely, sweet in his mouth, but bitter in his belly; and then to prophesy again before people, nations, tongues, and kings, Re 10:8-11.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.