Psalmen 112:3-10

3 He. In zijn huis zal have en rijkdom wezen; Vau. en zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid.
4 Zain. Den oprechten gaat het licht op in de duisternis; Cheth. Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig.
5 Teth. Wel dien man, die zich ontfermt en uitleent; Jod. hij beschikt zijn zaken met recht.
6 Caph. Zekerlijk, hij zal in der eeuwigheid niet wankelen; Lamed. de rechtvaardige zal in eeuwige gedachtenis zijn.
7 Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE.
8 Samech. Zijn hart, wel ondersteund zijnde, zal niet vrezen; Ain. totdat hij op zijn wederpartijen zie.
9 Pe. Hij strooit uit, hij geeft den nooddruftige; Tsade. zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid; Koph. zijn hoorn zal verhoogd worden in eer.
10 Resch. De goddeloze zal het zien, en hij zal zich vertoornen; Schin. hij zal met zijn tanden knersen en smelten. Thau. de wens der goddelozen zal vergaan.

Images for Psalmen 112:3-10

Psalmen 112:3-10 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO PSALM 112

This psalm, also, very probably, was written by David, and is composed as the former, in an alphabetical order. The inscription of it in the Syriac version is,

``When David in it commanded Solomon his son, saying, Keep the commandments of, the Lord, and worship him: likewise the calling of the Gentiles and the righteousness of Christ.''

The subject matter of the psalm are the character, conduct, usefulness, and happiness of a good man.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.