Psalmen 35:1-8

1 Een psalm van David. Twist, HEERE! met mijn twisters; strijd met mijn bestrijders.
2 Grijp het schild en de rondas, en sta op tot mijn hulp.
3 En breng de spies voort, en sluit den weg toe, mijn vervolgers tegemoet; zeg tot mijn ziel: Ik ben uw Heil.
4 Laat hen beschaamd en te schande worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en schaamrood worden, die kwaad tegen mij bedenken.
5 Laat hen worden als kaf voor den wind, en de Engel des HEEREN drijve hen weg.
6 Hun weg zij duister en gans slibberig; en de Engel des HEEREN vervolge hen.
7 Want zij hebben zonder oorzaak de groeve van hun net voor mij verborgen; zij hebben zonder oorzaak gegraven voor mijn ziel.
8 De verwoesting overkome hem, dat hij het niet wete, en zijn net, dat hij verborgen heeft, vange hemzelven; hij valle daarin met verwoesting.

Psalmen 35:1-8 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO PSALM 35

\\<<[A Psalm] of David>>\\. This psalm seems to have been written by David, when he was persecuted by Saul; and when many false charges were brought against him by his courtiers; and when he was the scorn and derision of the people; the subject of it is pretty much of the same kind with the seventh psalm, and might be written about the same time that was, and on the same occasion; and it may be applied to the church and people of God in like cases. There is a passage in it, Ps 35:19, which our Lord seems to refer to and apply to himself, Joh 15:25; and some interpret the whole of it concerning him. The Arabic version calls it a prophecy of the incarnation; though there does not appear any thing in it applicable to that.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.