Psalmen 38:12-22

12 Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.
13 En die mijn ziel zoeken, leggen mij strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.
14 Ik daarentegen ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die zijn mond niet opendoet.
15 Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn.
16 Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!
17 Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken.
18 Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.
19 Want ik maak U mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.
20 Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.
21 En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.
22 Verlaat mij niet, o HEERE, mijn God! wees niet verre van mij. [ (Psalms 38:23) Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil! ]

Psalmen 38:12-22 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO PSALM 38

\\<>\\. This psalm was composed by David under some sore affliction, and when in great distress of mind by reason of sin, perhaps his sin with Bathsheba; and was written as a memorial of his sense of sin, of his great afflictions, and deliverance from them; and therefore is said to be "to bring to remembrance", or to refresh his memory with the said things. Kimchi and Ben Melech think the psalm was made for the sake of such as are in distress, to put them in mind and teach them how to pray. The Targum calls the psalm, ``a good remembrance concerning Israel;'' and Jarchi says it was to remember the distress of Israel before the Lord, and that it is said with respect to all Israel; though others think the word "lehazcir" is the name of a psalm tune; and Aben Ezra was of opinion that it was the first word of some pleasant poem. The Septuagint version adds, ``concerning the sabbath,'' as if it was wrote to put persons in mind of that day; whereas there is nothing in the whole psalm that has any such tendency.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.