Psalmen 49:13-20

13 De mens nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, die vergaan.
14 Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans hebben hun nakomelingen een welbehagen in hun woorden. Sela.
15 Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning.
16 Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. Sela.
17 Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt;
18 Want hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer zal hem niet nadalen.
19 Hoewel hij zijn ziel in zijn leven zegent, en zij u loven, omdat gij uzelven goed doet;
20 Zo zal zij toch komen tot het geslacht harer vaderen; tot in eeuwigheid zullen zij het licht niet zien. [ (Psalms 49:21) De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, die vergaan. ]

Psalmen 49:13-20 Meaning and Commentary

To the chief Musician, A Psalm for the sons of Korah. Aben Ezra says this psalm is a very excellent one, since in it is explained the Light of the world to come, and of the rational and immortal soul; and Kimchi is of opinion that it respects both this world and that which is to come: and indeed it treats of the vanity of trusting in riches: of the insufficiency of them for the redemption of the soul; of the short continuance of worldly honour and substance; of the certainty of death, and of the resurrection of the dead. And the design of it is to expose the folly of trusting in uncertain riches, and to comfort the people of God under the want of them.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.