Richtere 20:16-26

16 Onder al dit volk waren zevenhonderd uitgelezene mannen, welke links waren; deze allen slingerden met een steen op een haar, dat het hun niet miste.
17 En de mannen van Israel werden geteld, behalve Benjamin, vierhonderd duizend mannen, die het zwaard uittrokken; deze allen waren mannen van oorlog.
18 En de kinderen Israels maakten zich op, en togen opwaarts ten huize Gods, en vraagden God, en zeiden: Wie zal onder ons vooreerst optrekken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin? En de HEERE zeide: Juda vooreerst.
19 Alzo maakten zich de kinderen Israels in den morgenstond op, en legerden zich tegen Gibea.
20 En de mannen van Israel togen uit ten strijde tegen Benjamin; voorts schikten de mannen Israels den strijd tegen hen bij Gibea.
21 Toen togen de kinderen van Benjamin uit van Gibea, en zij vernielden ter aarde op dien dag van Israel twee en twintig duizend man.
22 Doch het volk versterkte zich, te weten de mannen van Israel, en zij beschikten de strijd wederom ter plaatse, waar zij dien des vorige daags geschikt hadden.
23 En de kinderen Israels togen op, en weenden voor het aangezicht des HEEREN tot op den avond, en vraagden den HEERE zeggende: Zal ik weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder? En de HEERE zeide: Trekt tegen hem op.
24 Zo naderden de kinderen Israels tot de kinderen van Benjamin, des anderen daags.
25 En die van Benjamin trokken uit hun tegemoet, uit Gibea, op den tweeden dag, en velden van de kinderen Israels nog achttien duizend man neder ter aarde; die allen trokken het zwaard uit.
26 Toen togen alle kinderen Israels en al het volk op, en kwamen ten huize Gods, en weenden, en bleven aldaar voor het aangezicht des HEEREN, en vastten dien dag tot op den avond; en zij offerden brandofferen en dankofferen voor het aangezicht des HEEREN.

Richtere 20:16-26 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JUDGES 20

This chapter relates, how that there was an assembly of the children of Israel at Mizpeh, upon what had happened to the concubine of the Levite, where he appeared and related the whole affair to them, Jud 20:1-7 upon which they unanimously agreed to chastise the inhabitants of Gibeah for what they had done, Jud 20:8-11, and in order to do that sent to the tribe of Benjamin to deliver the guilty, but instead of that they took to their arms, and prepared for battle in defence of them, Jud 20:12-17 and two battles ensued on this, in which the Israelites, who were on the right side of the question, were worsted, Jud 20:18-25 but upon their seeking the Lord again, and their humiliation before him, they engaged a third time in battle, and got an entire victory over the Benjaminites, and destroyed them all excepting six hundred men, Jud 20:26-48.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.