Spreuken 14:19-29

19 De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.
20 De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele.
21 Die zijn naaste veracht, zondigt; maar die zich der nederigen ontfermt, die is welgelukzalig.
22 Dwalen zij niet, die kwaad stichten? Maar weldadigheid en trouw is voor degenen, die goed stichten.
23 In allen smartelijke arbeid is overschot; maar het woord der lippen strekt alleen tot gebrek.
24 Der wijzen kroon is hun rijkdom; de dwaasheid der zotten is dwaasheid.
25 Een waarachtig getuige redt de zielen; maar die leugens blaast, is een bedrieger.
26 In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen.
27 De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
28 In de menigte des volks is des konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten verstoring.
29 De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.

Images for Spreuken 14:19-29

Spreuken 14:19-29 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST KINGS 4

As in the preceding chapter we have a proof of the wisdom and understanding which the Lord gave to Solomon, as promised, so in this an account is given of the riches and honour he was possessed of; of him, as king over all Israel, and of his princes, 1Ki 4:1-6; of the providers of food for his household in the several parts of the land, 1Ki 4:7-19; of the largeness and extent of his dominions, and of the peace and prosperity thereof, 1Ki 4:20,21,24,25; of his daily provisions for his household and for his cattle, 1Ki 4:22,23,26-28; and of his superior wisdom and knowledge to all others in all nations, which brought some out of all to hear it, 1Ki 4:29-34.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.