Job 42:10-17

10 En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al hetgeen Job gehad had tot dubbel zoveel.
11 Ook kwamen tot hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen, die hem te voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn huis, en beklaagden hem, en vertroostten hem over al het kwaad, dat de HEERE over hem gebracht had; en zij gaven hem een iegelijk een stuk gelds, een iegelijk ook een gouden voorhoofdsiersel.
12 En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.
13 Daartoe had hij zeven zonen en drie dochteren.
14 En hij noemde den naam der eerste Jemima, en den naam der tweede Kezia, en den naam der derde Keren-Happuch.
15 En er werden zo schone vrouwen niet gevonden in het ganse land, als de dochteren van Job; en haar vader gaf haar erfdeel onder haar broederen.
16 En Job leefde na dezen honderd en veertig jaren, dat hij zag zijn kinderen, en de kinderen zijner kinderen, tot in vier geslachten.
17 En Job stierf, oud en der dagen zat.

Job 42:10-17 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JOB 42

This chapter contains Job's answer to the last speech of the Lord's, in which he acknowledges his omnipotence, and his certain performance of his purposes and pleasure; owns his own folly and ignorance, and confesses his sins; for which he abhorred himself, and of which he repented, Job 42:1-6; it also gives an account of the Lord's decision of the controversy between Job and his friends, blaming them and commending him above them; and ordered them to take sacrifices and go to Job and offer them, who should pray for them and be accepted, which was done, Job 42:7-9; and it closes with a relation of the great prosperity Job was restored unto, in which he lived and died, Job 42:10-17.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.