Esther 3:12-15

12 Toen werden de schrijvers des konings geroepen, in de eerste maand, op den dertienden dag derzelve, en er werd geschreven naar alles, wat Haman beval, aan de stadhouders des konings, en aan de landvoogden, die over elk landschap waren, en aan de vorsten van elk volk, elk landschap naar zijn schrift, en elk volk naar zijn spraak; er werd geschreven in den naam van den koning Ahasveros, en het werd met des konings ring verzegeld.
13 De brieven nu werden gezonden door de hand der lopers tot al de landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen al de Joden, van den jonge tot den oude toe, de kleine kinderen en de vrouwen, op een dag, op den dertienden der twaalfde maand (deze is de maand Adar), en dat men hun buit zou roven.
14 De inhoud van het schrift was, dat er een wet zou gegeven worden in alle landschappen, openbaar aan alle volken, dat zij tegen denzelfden dag zouden gereed zijn.
15 De lopers gingen uit, voortgedrongen zijnde door het woord des konings, en de wet werd uitgegeven in den burg Susan. En de koning en Haman zaten en dronken, doch de stad Susan was verward.

Esther 3:12-15 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ESTHER 3

This chapter gives an account of the promotion of Haman, and of the mortification of him by Mordecai, who refused to bow to him, upon which he vowed revenge on him, and on all his people the Jews, Es 3:1-6, for which purpose, through a false representation of them, he obtained letters of the king, and sent to the deputies of all the provinces to destroy them all on a certain day fixed, Es 3:7-15.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.