Parallel Bible results for "1-kronieken 4:24-43"

1 Kronieken 4:24-43

SVV

NIV

24 De kinderen van Simeon waren Nemuel en Jamin, Jarib, Zerah, Saul.
24 The descendants of Simeon: Nemuel, Jamin, Jarib, Zerah and Shaul;
25 Sallum was zijn zoon; Mibsam was zijn zoon; Misma was zijn zoon.
25 Shallum was Shaul’s son, Mibsam his son and Mishma his son.
26 De kinderen van Misma waren dezen: Hammuel zijn zoon, Zaccur zijn zoon, Simei zijn zoon.
26 The descendants of Mishma: Hammuel his son, Zakkur his son and Shimei his son.
27 Simei nu had zestien zonen en zes dochteren; maar zijn broeders hadden niet veel kinderen; en hun ganse huisgezin werd zo zeer niet vermenigvuldigd, als van de kinderen van Juda.
27 Shimei had sixteen sons and six daughters, but his brothers did not have many children; so their entire clan did not become as numerous as the people of Judah.
28 En zij woonden te Ber-seba, en te Molada, en te Hazar-Sual,
28 They lived in Beersheba, Moladah, Hazar Shual,
29 En te Bilha, en te Ezem, en te Tholad,
29 Bilhah, Ezem, Tolad,
30 En te Bethuel, en te Horma, en te Ziklag,
30 Bethuel, Hormah, Ziklag,
31 En te Beth-markaboth, en te Hazar-Susim, en te Beth-Biri, en te Saaraim. Dit waren hun steden, totdat David koning werd.
31 Beth Markaboth, Hazar Susim, Beth Biri and Shaaraim. These were their towns until the reign of David.
32 En hun dorpen waren Etam en Ain, Rimmon en Tochen, en Asan; vijf steden.
32 Their surrounding villages were Etam, Ain, Rimmon, Token and Ashan—five towns—
33 En al haar dorpen, die in den omloop dezer steden waren, tot Baal toe. Dit zijn hun woningen en hun geslachtsrekening voor hen.
33 and all the villages around these towns as far as Baalath. These were their settlements. And they kept a genealogical record.
34 Doch Mesobab, en Jamlech, en Josa, de zoon van Amazia,
34 Meshobab, Jamlech, Joshah son of Amaziah,
35 En Joel, en Jehu, de zoon van Jesibja, den zoon van Saraja, den zoon van Asiel,
35 Joel, Jehu son of Joshibiah, the son of Seraiah, the son of Asiel,
36 En Eljoenai, en Jaakoba, en Jesohaja, en Asaja, en Adiel, en Jesimeel, en Benaja,
36 also Elioenai, Jaakobah, Jeshohaiah, Asaiah, Adiel, Jesimiel, Benaiah,
37 En Ziza, de zoon van Sifei, den zoon van Allon, den zoon van Jedaja, den zoon van Simri, den zoon van Semaja;
37 and Ziza son of Shiphi, the son of Allon, the son of Jedaiah, the son of Shimri, the son of Shemaiah.
38 Dezen kwamen tot namen, zijnde vorsten in hun huisgezinnen, en de huisgezinnen hunner vaderen braken uit in menigte.
38 The men listed above by name were leaders of their clans. Their families increased greatly,
39 En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten des dals, om weide te zoeken voor hun schapen.
39 and they went to the outskirts of Gedor to the east of the valley in search of pasture for their flocks.
40 En zij vonden vette en goede weide, en een land, wijd van begrip, en stil, en gerust; want die van Cham woonden daar tevoren.
40 They found rich, good pasture, and the land was spacious, peaceful and quiet. Some Hamites had lived there formerly.
41 Dezen nu, die met namen beschreven zijn, kwamen in de dagen van Hizkia, den koning van Juda, en zij sloegen de tenten en woningen dergenen, die daar gevonden werden; en zij verbanden hen, tot op dezen dag; en zij woonden aan hun plaats, want daar was weide voor hun schapen.
41 The men whose names were listed came in the days of Hezekiah king of Judah. They attacked the Hamites in their dwellings and also the Meunites who were there and completely destroyed them, as is evident to this day. Then they settled in their place, because there was pasture for their flocks.
42 Ook gingen uit hen, te weten uit de kinderen van Simeon, vijfhonderd mannen, tot het gebergte van Seir; en Pelatja, en Nearja, en Refaja, en Izziel, de zonen van Isei, waren hun tot hoofden.
42 And five hundred of these Simeonites, led by Pelatiah, Neariah, Rephaiah and Uzziel, the sons of Ishi, invaded the hill country of Seir.
43 En zij sloegen de overigen der ontkomenen onder de Amalekieten, en zij woonden aldaar tot op dezen dag.
43 They killed the remaining Amalekites who had escaped, and they have lived there to this day.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.