Parallel Bible results for "Leviticus 1"

Leviticus 1

SVV

NIV

1 En de HEERE riep Mozes, en sprak tot hem uit de tent der samenkomst, zeggende:
1 The LORD called to Moses and spoke to him from the tent of meeting. He said,
2 Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als een mens uit u den HEERE een offerande zal offeren, gij zult uw offeranden offeren van het vee, van runderen en van schapen.
2 “Speak to the Israelites and say to them: ‘When anyone among you brings an offering to the LORD, bring as your offering an animal from either the herd or the flock.
3 Indien zijn offerande een brandoffer van runderen is, zo zal hij een volkomen mannetje offeren; aan de deur van de tent der samenkomst zal hij dat offeren, naar zijn welgevallen, voor het aangezicht des HEEREN.
3 “ ‘If the offering is a burnt offering from the herd, you are to offer a male without defect. You must present it at the entrance to the tent of meeting so that it will be acceptable to the LORD.
4 En hij zal zijn hand op het hoofd des brandoffers leggen, opdat het voor hem aangenaam zij, om hem te verzoenen.
4 You are to lay your hand on the head of the burnt offering, and it will be accepted on your behalf to make atonement for you.
5 Daarna zal hij het jonge rund slachten voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed offeren, en het bloed sprengen rondom dat altaar, hetwelk voor de deur van de tent der samenkomst is.
5 You are to slaughter the young bull before the LORD, and then Aaron’s sons the priests shall bring the blood and splash it against the sides of the altar at the entrance to the tent of meeting.
6 Dan zal hij het brandoffer de huid aftrekken, en het in zijn stukken delen.
6 You are to skin the burnt offering and cut it into pieces.
7 En de zonen van Aaron, den priester, zullen vuur maken op het altaar, en zullen het hout op het vuur schikken.
7 The sons of Aaron the priest are to put fire on the altar and arrange wood on the fire.
8 Ook zullen de zonen van Aaron, de priesters, de stukken, het hoofd en het smeer, schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.
8 Then Aaron’s sons the priests shall arrange the pieces, including the head and the fat, on the wood that is burning on the altar.
9 Doch zijn ingewand, en zijn schenkelen zal men met water wassen; en de priester zal dat alles aansteken op het altaar; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.
9 You are to wash the internal organs and the legs with water, and the priest is to burn all of it on the altar. It is a burnt offering, a food offering, an aroma pleasing to the LORD.
10 En indien zijn offerande is van klein vee, van schapen of van geiten, ten brandoffer, zal hij een volkomen mannetje offeren.
10 “ ‘If the offering is a burnt offering from the flock, from either the sheep or the goats, you are to offer a male without defect.
11 En hij zal dat slachten aan de zijde van het altaar noordwaarts, voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen zijn bloed rondom op het altaar sprengen.
11 You are to slaughter it at the north side of the altar before the LORD, and Aaron’s sons the priests shall splash its blood against the sides of the altar.
12 Daarna zal hij het in zijn stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; en de priester zal die schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.
12 You are to cut it into pieces, and the priest shall arrange them, including the head and the fat, on the wood that is burning on the altar.
13 Doch het ingewand en de schenkelen zal men met water wassen; en de priester zal dat alles offeren en aansteken op het altaar; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.
13 You are to wash the internal organs and the legs with water, and the priest is to bring all of them and burn them on the altar. It is a burnt offering, a food offering, an aroma pleasing to the LORD.
14 En indien zijn offerande voor den HEERE een brandoffer van gevogelte is, zo zal hij zijn offerande van tortelduiven, of van jonge duiven, offeren.
14 “ ‘If the offering to the LORD is a burnt offering of birds, you are to offer a dove or a young pigeon.
15 En de priester zal die tot het altaar brengen, en deszelfs hoofd met zijn nagel splijten, en op het altaar aansteken; en zijn bloed zal aan den wand des altaars uitgeduwd worden.
15 The priest shall bring it to the altar, wring off the head and burn it on the altar; its blood shall be drained out on the side of the altar.
16 En zijn krop met zijn vederen zal hij wegdoen, en zal het werpen bij het altaar, oostwaarts, aan de plaats der as.
16 He is to remove the crop and the feathers and throw them down east of the altar where the ashes are.
17 Verder zal hij die met zijn vleugelen klieven, niet afscheiden; en de priester zal die aansteken op het altaar, op het hout, dat op het vuur is; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.
17 He shall tear it open by the wings, not dividing it completely, and then the priest shall burn it on the wood that is burning on the altar. It is a burnt offering, a food offering, an aroma pleasing to the LORD.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Scripture quoted by permission.  Quotations designated (NIV) are from THE HOLY BIBLE: NEW INTERNATIONAL VERSION®.  NIV®.  Copyright © 1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica.  All rights reserved worldwide.