Ezechiël 43:22-27

22 En op den tweeden dag zult gij een volkomen geitenbok offeren ten zondoffer; en zij zullen het altaar ontzondigen, gelijk als zij dat ontzondigd hebben met den var.
23 Als gij een einde zult gemaakt hebben van het ontzondigen, dan zult gij een var, een volkomen jong rund, offeren, en een volkomen ram van de kudde.
24 En gij zult ze offeren voor het aangezicht des HEEREN; en de priesteren zullen zout daarop werpen, en zullen ze offeren ten brandoffer den HEERE.
25 Zeven dagen zult gij dagelijks een bok des zondoffers bereiden; ook zullen zij een var, een jong rund, en een ram van de kudde, beide volkomen bereiden.
26 Zeven dagen zullen zij het altaar verzoenen, en het reinigen, en zijn handen vullen.
27 Als zij nu deze dagen zullen voleind hebben, dan zal het op den achtsten dag en voortaan geschieden, dat de priesters uw brandofferen en uw dankofferen op het altaar zullen bereiden; en Ik zal een welgevallen aan ulieden hebben, spreekt de Heere HEERE.

Ezechiël 43:22-27 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EZEKIEL 43

The temple or house of God being measured, the worship of God in it is pointed out and observed in this and the following chapter; and which, though evangelical, is expressed in the language of the Old Testament. An account is given of the glory of the Lord returning to the house, and the way he did, and his taking possession of it, which the prophet was favoured with a view of, Eze 43:1-5, a promise is made of his continuance there, provided his people behaved as they should, Eze 43:6-9, an order is given to the prophet, to show them the form and fashion, the laws, orders, and ordinances of the house to them, to be observed by them, Eze 43:10-12, then follows the measuring of the altar of burnt offerings; which, though measured before in chapter forty, the dimensions are here given, Eze 43:13-17, and the chapter is concluded with directions about the consecration of it, Eze 43:18-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.