1 Koningen 1:35

35 Dan zult gij achter hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, en hij zal koning zijn in mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over Juda.

1 Koningen 1:35 Meaning and Commentary

1 Kings 1:35

Then ye shall come up after him
When anointed, proclaimed, and cheered, then he was to mount the mule, and ride before them as their king, at the head of them; they following after, in token of their subjection to him:

that he may come and sit upon my throne;
at Jerusalem, in the king's palace, and there exercise his kingly power he would now be invested with:

for he shall be king in my stead;
even during David's life, as well as after his decease:

and I have appointed him to be ruler over Israel, and over Judah;
that is, over all the twelve tribes of Israel Judah may be particularly mentioned, though included in Israel, because Adonijah had invited the men of Judah to his feast and party, ( 1 Kings 1:9 ) ; and therefore had they not been named, might think he had no power over them.

1 Koningen 1:35 In-Context

33 En de koning zeide tot hen: Neemt met u de knechten uws heren, en doet mijn zoon Salomo rijden op de muilezelin, die voor mij is; en voert hem af naar Gihon.

34 En dat Zadok, de priester, met Nathan, den profeet, hem aldaar tot koning over Israel zalven. Daarna zult gij met de bazuin blazen, en zeggen: De koning Salomo leve!

35 Dan zult gij achter hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, en hij zal koning zijn in mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over Juda.

36 Toen antwoordde Benaja, de zoon van Jojada, den koning, en zeide: Amen; alzo zegge de HEERE, de God van mijn heer den koning!

37 Gelijk als de HEERE met mijn heer den koning geweest is, alzo zij Hij met Salomo; en Hij make zijn troon groter dan den troon van mijn heer den koning David!