1 Koningen 10:7

7 Ik heb die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn ogen dat gezien hebben; en zie, de helft is mij niet aangezegd; gij hebt met wijsheid, en goed overtroffen het gerucht, dat ik gehoord heb.

1 Koningen 10:7 Meaning and Commentary

1 Kings 10:7

Howbeit I believed not the words, until I came, and mine eyes
had seen it
That is, she did not believe the whole of what was related to her; somewhat of it she credited, and supposed there was something grand and extraordinary in it, or she would never have taken such a journey; but she did not believe that all could be true; she thought things were too much magnified:

and, behold, the half was not told me;
of what she now saw and heard:

thy wisdom and prosperity exceedeth the fame which I heard;
the inward endowments of his mind, and the outward magnificence of his court, exceeded the relation of them to her; they were beyond expression, they were so great that reporters could not hyperbolize upon them, nor even come up to them in their account of them, and in which yet men are apt to exceed.

1 Koningen 10:7 In-Context

5 En de spijze zijner tafel, en het zitten zijner knechten, en het staan zijner dienaren, en hun kledingen, en zijn schenkers, en zijn opgang, waardoor hij henen opging in het huis des HEEREN, zo was in haar geen geest meer.

6 En zij zeide tot den koning: Het woord is waarheid geweest, dat ik in mijn land gehoord heb, van uw zaken en van uw wijsheid.

7 Ik heb die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn ogen dat gezien hebben; en zie, de helft is mij niet aangezegd; gij hebt met wijsheid, en goed overtroffen het gerucht, dat ik gehoord heb.

8 Welgelukzalig zijn uw mannen, welgelukzalig deze uw knechten, die gedurig voor uw aangezicht staan, die uw wijsheid horen!

9 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, om u op den troon van Israel te zetten! Omdat de HEERE Israel in eeuwigheid bemint, daarom heeft Hij u tot koning gesteld, om recht en gerechtigheid te doen.