1 Koningen 6:7

7 Het huis nu, als het gebouwd werd, werd met volmaakten steen, zoals dezelve toegevoerd was, gebouwd; zodat geen hameren, noch bijl of enig ijzeren gereedschap gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd.

1 Koningen 6:7 Meaning and Commentary

1 Kings 6:7

And the house, when it was in building
And all the while it was building:

was built of stone made ready before it was brought thither;
being hewn or squared by the builders and stonesquarers of Solomon and Hiram, ( 1 Kings 5:18 ) ; wherefore the builders had nothing more to do than to lay them in their proper places in the building; it was built with these stones quite up to the ceiling, as Josephus says F20; and these so admirably polished, and so artificially joined together, that not the least sign of an axe, or of any working tool, could be discerned in them:

so that there was neither hammer, nor axe, [nor] any tool of iron,
heard in the house while it was in building;
the first of these observations shows, that none are to be laid in the spiritual building of the church, but such as are first hewed and squared by the Spirit, grace, and word of God: or who have an experience of the grace of God, are sound in the faith, and of becoming lives and good conduct; and the other denotes, that such as are therein, whether ministers or members, should do all they do for the edification of the church in a quiet and peaceable manner, without clamour, contention, fights, and tumults.


FOOTNOTES:

F20 Antiqu. l. 8. c. 3. sect. 2.

1 Koningen 6:7 In-Context

5 En rondom aan den wand van het huis bouwde hij kameren, aan de wanden van het huis rondom, beide van den tempel en van de aanspraakplaats. Alzo maakte hij zijkameren rondom.
6 De onderste kamer was van vijf ellen in haar breedte, en de middelste van zes ellen in haar breedte, en de derde van zeven ellen in haar breedte; want hij had aan het huis rondom buitenwaarts inkortingen gemaakt, opdat zij zich niet hielden in de wanden van het huis.
7 Het huis nu, als het gebouwd werd, werd met volmaakten steen, zoals dezelve toegevoerd was, gebouwd; zodat geen hameren, noch bijl of enig ijzeren gereedschap gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd.
8 De deur der middelste zijkamer was aan de rechterzijde van het huis; en door wenteltrappen ging men tot de middelste zijkamer, en van de middelste tot de derde.
9 Alzo bouwde hij het huis, en volmaakte het; en bedekte dat huis met gewelven en rijen van cederen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.