1 Kronieken 13:3

3 En laat ons de ark onzes Gods tot ons wederhalen, want wij hebben ze in de dagen van Saul niet gezocht.

1 Kronieken 13:3 Meaning and Commentary

1 Chronicles 13:3

And let us bring again the ark of our God to us
The symbol of the divine Presence, than which nothing was more desirable to David, and he chose to begin his reign overall Israel with it: for we inquired not at it in the days of Saul;
he being indifferent to religion, and careless about it, and the enjoyment of the presence of God, and having direction from him; and the people also content with worship at the tabernacle at Gibeah, though the token of the divine Presence was absent.

1 Kronieken 13:3 In-Context

1 En David hield raad met de oversten der duizenden en der honderden, en met alle vorsten.
2 En David zeide tot de ganse gemeente van Israel: Indien het ulieden goeddunkt, en van den HEERE, onzen God, te zijn, laat ons ons uitbreiden, laat ons zenden aan onze overige broeders, in alle landen van Israel, en de priesters en Levieten, die met hen zijn in de steden, met haar voorsteden, opdat zij tot ons vergaderd worden.
3 En laat ons de ark onzes Gods tot ons wederhalen, want wij hebben ze in de dagen van Saul niet gezocht.
4 Toen zeide de ganse gemeente, dat men alzo doen zou; want die zaak was recht in de ogen des gansen volks.
5 David dan vergaderde gans Israel van het Egyptische Sichor af, tot daar men komt te Hamath, om de ark Gods te brengen van Kirjath-Jearim.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.