1 Kronieken 16:38

38 Obed-Edom nu, met hunlieder broederen, waren acht en zestig; en hij stelde Obed-Edom, den zoon van Jeduthun, en Hosa, tot poortiers;

1 Kronieken 16:38 Meaning and Commentary

Ver. 38 And Obededom, with their brethren, threescore and eight
The Levites, the brethren of Asaph and Obededom, these were left before the ark to minister there:

Obededom also the son of Jeduthun;
or Ethan, which some take to be another Obededom; but the (w) , "vau" may be explanative, "even Obededom":

and Hosah to be porters;
these he left to be doorkeepers of the ark.

1 Kronieken 16:38 In-Context

36 Geloofd zij de HEERE, de God Israels, van eeuwigheid tot eeuwigheid! En al het volk zeide: Amen! en het loofde den HEERE.
37 Alzo liet hij daar, voor de ark des verbonds des HEEREN, Asaf en zijn broederen, om geduriglijk te dienen voor de ark, naardat op elken dag besteld was.
38 Obed-Edom nu, met hunlieder broederen, waren acht en zestig; en hij stelde Obed-Edom, den zoon van Jeduthun, en Hosa, tot poortiers;
39 En den priester Zadok, en zijn broederen, de priesters, voor den tabernakel des HEEREN op de hoogte, welke te Gibeon is;
40 Om den HEERE de brandofferen geduriglijk te offeren op het brandofferaltaar, des morgens en des avonds; en zulks naar alles, wat er geschreven staat in de wet des HEEREN, die Hij Israel geboden had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.