1 Kronieken 9:13

13 Daartoe hun broeders, hoofden in de huizen hunner vaderen, duizend zevenhonderd en zestig, kloeke helden aan het werk van den dienst van het huis Gods.

1 Kronieken 9:13 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:13

And their brethren, heads of the house of their fathers,
one thousand and seven hundred and threescore.
] These, with other priests, made up this number, which was greater than those of Judah and Benjamin, that dwelt in Jerusalem, put together:

very able men for the work of the service of the house of God:
men that had not only strength of body, which some part of the work of the priests required; but had courage and fortitude of mind to set about the service of God with cheerfulness, and to preserve it from corruption.

1 Kronieken 9:13 In-Context

11 En Azarja, de zoon van Hilkija, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, overste van het huis Gods;
12 En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pashur, den zoon van Malchija; en Massi, de zoon van Adiel, den zoon van Jahzera, den zoon van Mesullam, den zoon van Mesillemith, den zoon van Immer.
13 Daartoe hun broeders, hoofden in de huizen hunner vaderen, duizend zevenhonderd en zestig, kloeke helden aan het werk van den dienst van het huis Gods.
14 Van de Levieten nu waren Semaja, de zoon van Hasub, den zoon van Azrikam, den zoon van Hasabja, van de kinderen van Merari;
15 En Bakbakkar, Heres, en Galal, en Mattanja, de zoon van Micha, den zoon van Zichri, den zoon van Asaf;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.