1 Kronieken 22:11-13

11 Nu, mijn zoon, de HEERE zal met u zijn, en gij zult voorspoedig zijn, en zult het huis des HEEREN, uws Gods, bouwen, gelijk als Hij van u gesproken heeft.
12 Alleenlijk de HEERE geve u kloekheid en verstand, en geve u bevel over Israel, en dat om te onderhouden de wet des HEEREN, uws Gods.
13 Dan zult gij voorspoedig zijn, als gij waarnemen zult te doen de inzettingen en de rechten, die de HEERE aan Mozes geboden heeft over Israel. Wees sterk en heb goeden moed, vrees niet, en wees niet verslagen!

1 Kronieken 22:11-13 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 CHRONICLES 22

In this chapter we read of the place David pitched upon by divine direction for building the temple on, 1Ch 22:1, the preparation he made of artificers to build it, and of matter to build it of, as iron, brass, and wood, 1Ch 22:2-5, the charge and instructions he gave to Solomon to set about it, 1Ch 22:6-16 and to the princes of Israel to assist him in it, 1Ch 22:7-19.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.