1 Samuël 14:48

48 En hij handelde dapper, en hij sloeg de Amalekieten, en hij redde Israel uit de hand desgenen, die hem beroofde.

1 Samuël 14:48 Meaning and Commentary

1 Samuel 14:48

And he gathered an host
A large army; for after the battle with the Ammonites he disbanded his army, and sent them home, retaining only 3000 men, and these deserted him to six hundred, which were all the men he had with him, when he fought last with the Philistines; but now, finding he had enemies on every side of him, he gathered a numerous host to defend his country against them, and particularly to attack the people next mentioned:

and he smote the Amalekites;
a people that Israel, by the law of God, were bound to destroy, and blot out their name; a particular account of his expedition against them is given in the following chapter:

and delivered Israel out of the hands of them that spoiled them;
the nations before mentioned, Moabites, Ammonites, Edomites, Syrians, and Philistines.

1 Samuël 14:48 In-Context

46 Saul nu toog op van achter de Filistijnen, en de Filistijnen trokken aan hun plaats.

47 Toen nam Saul het koninkrijk over Israel in; en hij streed rondom tegen al zijn vijanden, tegen Moab, en tegen de kinderen Ammons, en tegen Edom, en tegen de koningen van Zoba, en tegen de Filistijnen; en overal, waar hij zich wendde, oefende hij straf.

48 En hij handelde dapper, en hij sloeg de Amalekieten, en hij redde Israel uit de hand desgenen, die hem beroofde.

49 De zonen van Saul nu waren: Jonathan, en Isvi, en Malchi-sua; en de namen zijner twee dochteren waren deze: de naam der eerstgeborenen was Merab, en de naam der kleinste Michal.

50 En de naam van Sauls huisvrouw was Ahinoam, een dochter van Ahimaaz; en de naam van zijn krijgsoverste was Abner, een zoon van Ner, Sauls oom.