1 Samuël 18:23

23 En de knechten van Saul spraken deze woorden voor de oren van David. Toen zeide David: Is dat licht in ulieder ogen, des konings schoonzoon te worden, daar ik een arm en verachtzaam man ben?

1 Samuël 18:23 Meaning and Commentary

1 Samuel 18:23

And Saul's servants spake these words in the ears of David,
&c.] Those before related, which Saul commanded them to speak, which they delivered exactly according to their orders, with an audible voice, clearly, plainly, and distinctly, so that David might hear and understand them:

and David said, seemeth it to you [a] light [thing] to be a king's son
in law;
a small a trifling matter, an easy thing to come into, every thing requisite to it:

seeing that I [am] a poor man;
and not able to give a dowry suitable to the daughter of a king; it being usual in those times for a man to give a dowry to, and not receive a portion with a wife; and which also was the custom of the Germans, as Tacitus F24 relates; and this was to be according to the rank and quality of the person married, and which in this case David was not equal to:

and lightly esteemed?
not by the people of Israel and Judah, who loved him, as he was loved even by the servants of Saul, at least in profession; but by Saul himself, who had slighted him in giving his elder daughter to another man, when he had promised her to him, which was discouraging to David, and resented by him.


FOOTNOTES:

F24 De Moribus German. c. 18.

1 Samuël 18:23 In-Context

21 En Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden.
22 En Saul gebood zijn knechten: Spreekt met David in het heimelijke, zeggende: Zie, de koning heeft lust aan u, en al zijn knechten hebben u lief; word dan nu des konings schoonzoon.
23 En de knechten van Saul spraken deze woorden voor de oren van David. Toen zeide David: Is dat licht in ulieder ogen, des konings schoonzoon te worden, daar ik een arm en verachtzaam man ben?
24 En de knechten van Saul boodschapten het hem, zeggende: Zulke woorden heeft David gesproken.
25 Toen zeide Saul: Aldus zult gijlieden tot David zeggen: De koning heeft geen lust aan den bruidschat, maar aan honderd voorhuiden der Filistijnen, opdat men zich wreke aan des konings vijanden. Want Saul dacht David te vellen door de hand der Filistijnen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.