2 Koningen 1:15

15 Toen sprak de Engel des HEEREN tot Elia: Ga af met hem; vrees niet voor zijn aangezicht. En hij stond op, en ging met hem af tot den koning.

2 Koningen 1:15 Meaning and Commentary

2 Kings 1:15

And the angel of the Lord said unto Elijah,
&e.] The same as in ( 2 Kings 1:3 ) or "had said" F7, as some render it, before this captain came: go down with him;
the captain and his men: and be not afraid of him;
of King Ahaziah, whom he might fear, because of the message he had sent him, that he should die of that sickness, and for turning back his messengers to the god of Ekron, and for destroying his two captains and their fifties; nor of his mother Jezebel, who had threatened his life for killing her prophets: and he arose, and went down with him unto the king;
boldly and courageously, not fearing his wrath; so that the captain not only had his life and the life of his men spared, but answered the end of his message also.


FOOTNOTES:

F7 (rbdyw) "edixerat autem", Junius & Tremellius.

2 Koningen 1:15 In-Context

13 En wederom zond hij een hoofdman van de derde vijftigen met zijn vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op, en kwam en boog zich op zijn knieen, voor Elia, en smeekte hem, en sprak tot hem: Gij, man Gods, laat toch mijn ziel en de ziel van uw knechten, van deze vijftigen, dierbaar zijn in uw ogen!
14 Zie, het vuur is van den hemel gedaald, en heeft die twee eerste hoofdmannen van vijftigen met hun vijftigen verteerd; maar nu, laat mijn ziel dierbaar zijn in uw ogen!
15 Toen sprak de Engel des HEEREN tot Elia: Ga af met hem; vrees niet voor zijn aangezicht. En hij stond op, en ging met hem af tot den koning.
16 En hij sprak tot hem: Zo zegt de HEERE: Daarom, dat gij boden gezonden hebt, om Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen (is het, omdat er geen God in Israel is, om Zijn woord te vragen?); daarom, van dat bed, waarop gij geklommen zijt, zult gij niet afkomen, maar gij zult den dood sterven.
17 Alzo stierf hij, naar het woord des HEEREN, dat Elia gesproken had; en Joram werd koning in zijn plaats, in het tweede jaar van Joram, den zoon van Josafat, den koning van Juda; want hij had geen zoon.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.