2 Koningen 17:24

24 De koning nu van Assyrie bracht volk van Babel, en van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen wonen in de steden van Samaria, in de plaats der kinderen Israels; en zij namen Samaria erfelijk in, en woonden in haar steden.

2 Koningen 17:24 Meaning and Commentary

2 Kings 17:24

And the king of Assyria brought men from Babylon
Which was at this time under the dominion of the king of Assyria; though in a little time after this it revolted, and had a king of its own, ( 2 Kings 20:12 ) , this king of Assyria was either Shalmaneser, who carried Israel captive, or it may be rather his son Esarhaddon, see ( Ezra 4:2 ) ,

and from Cuthah;
which, according to Josephus F11, was a city in Persia, where was a river of the same name; but it was rather a place in Erech, in the country of Babylon, (See Gill on Genesis 10:10),

and from Ava;
the same with Ivah, ( Isaiah 37:13 ) , where perhaps a colony of the Avim had settled, ( Deuteronomy 2:23 )

and from Hamath;
a city of Syria, which lay on the northern borders of the land of Canaan, ( Numbers 34:8 )

and from Sepharvaim;
thought by some to be the Sippara of Ptolemy, or the Sippareni of Abydenus, in Mesopotamia; though Vitringa takes it to be a city in Syro-Phoenicia, (See Gill on Isaiah 36:19),

and placed them in the cities of Samaria, instead of the children of
Israel;
not in Samaria, which was now destroyed, according to the prophecy in ( Micah 1:6 ) as Abarbinel and other Jewish writers note:

and they possessed Samaria;
as an inheritance; sowed it with corn, and planted vineyards there:

and dwelt in the cities thereof;
in the several parts of the kingdom.


FOOTNOTES:

F11 Antiqu. l. 9. c. 14. sect. 1.

2 Koningen 17:24 In-Context

22 Alzo wandelden de kinderen Israels in alle zonden van Jerobeam die hij gedaan had; zij weken daarvan niet af;
23 Totdat de HEERE Israel van Zijn aangezicht wegdeed, gelijk als Hij gesproken had door den dienst van al Zijn knechten, de profeten; alzo werd Israel weggevoerd uit zijn land naar Assyrie, tot op dezen dag.
24 De koning nu van Assyrie bracht volk van Babel, en van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen wonen in de steden van Samaria, in de plaats der kinderen Israels; en zij namen Samaria erfelijk in, en woonden in haar steden.
25 En het geschiedde in het begin hunner woning aldaar, dat zij den HEERE niet vreesden; zo zond de HEERE leeuwen onder hen, die enigen van hen doodden.
26 Daarom spraken zij tot den koning van Assyrie, zeggende: De volken, die gij vervoerd hebt, en hebt doen wonen in de steden van Samaria, weten de wijze des Gods van het land niet; daarom heeft Hij leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij doden hen, dewijl zij niet weten de wijze des Gods van het land.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.