2 Koningen 18:5

5 Hij betrouwde op den HEERE, den God Israels, zodat na hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, noch die voor hem geweest waren.

2 Koningen 18:5 Meaning and Commentary

2 Kings 18:5

He trusted in the Lord God of Israel
To be his protector and defender, and had no dependence on idols as an arm of flesh; the Targum is, he trusted in the Word of the Lord God; not in Nehushtan, but in him the brasen serpent was a type of, even in the Word and Son of God, his alone Saviour and Redeemer:

so that after him was none like him among all the kings of Judah:
for though Josiah was like him in some things, yet not in all:

nor any that were before him;
from the times of the division of the kingdoms of Israel and Judah; and Ben Gersom and Abarbinel think that David and Solomon are not to be excepted; David sinning in the case of Uriah, and Solomon falling into idolatry, crimes that Hezekiah was not guilty of.

2 Koningen 18:5 In-Context

3 En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat zijn vader David gedaan had.
4 Hij nam de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en hij verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israels tot die dagen toe haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehustan.
5 Hij betrouwde op den HEERE, den God Israels, zodat na hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, noch die voor hem geweest waren.
6 Want hij kleefde den HEERE aan; hij week niet van Hem na te volgen, en hij hield Zijn geboden, die de HEERE aan Mozes geboden had.
7 Zo was de HEERE met hem; overal, waar hij henen uittrok, handelde hij kloekelijk; daartoe viel hij af van den koning van Assyrie, dat hij hem niet diende.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.