2 Koningen 21:18

18 En Manasse ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in den hof van zijn huis, in den hof van Uzza; en zijn zoon Amon werd koning in zijn plaats.

2 Koningen 21:18 Meaning and Commentary

2 Kings 21:18

And Manasseh slept with his fathers
] Or died, after a reign of fifty five years, and a life of sixty seven:

and was buried in the garden of his own house, in the garden of Uzza;
whether the burial of him here was his own choice, judging himself unworthy to lie with the kings of Judah, who had been guilty of such great sins, or whether the will of others, on the same account, is not certain; and as much at a loss are we for the reason of this garden being called the garden of Uzza, whether from Uzzah that died for touching the ark, ( 2 Samuel 6:6 2 Samuel 6:7 ) or from King Uzziah, ( 2 Kings 15:7 ) . The Jews buried in gardens in the times of Christ, who himself was buried in one, ( John 19:41 ) . The Romans had sometimes sepulchres in their gardens ^F7, Galba the emperor was buried in his gardens ^F8; and so had other nations. Cyrus king of Persia was buried in a garden ^F9:

and Amon his son reigned in his stead;
of whom we have the following account.

---

FOOTNOTES:

F7 Vid. Kirchman. de Funer. Romas. l. 2. c. 22. p. 274.
F8 Eutrop. Hist. Roman. l. 7. Sueton. Vit. Galb. c. 20. Tacit. Hist. l. 1. c. 49.
F9 Strabo. Geograph l. 15. p. 502.

2 Koningen 21:18 In-Context

16 Daartoe vergoot Manasse ook zeer veel onschuldig bloed, totdat hij Jeruzalem van het ene einde tot het andere vervuld had; behalve zijn zonde, die hij Juda zondigen deed, doende wat kwaad was in de ogen des HEEREN.

17 Het overige der geschiedenissen van Manasse, en al wat hij gedaan heeft, en zijn zonde, die hij gezondigd heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?

18 En Manasse ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven in den hof van zijn huis, in den hof van Uzza; en zijn zoon Amon werd koning in zijn plaats.

19 Amon was twee en twintig jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde twee jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Mesullemet, een dochter van Haruz van Jotba.

20 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN; gelijk als zijn vader Manasse gedaan had.