2 Kronieken 21:3

3 En hun vader had hun vele gaven gegeven van zilver, en van goud, en van kostelijkheden, met vaste steden in Juda; maar het koninkrijk gaf hij Joram, omdat hij de eerstgeborene was.

2 Kronieken 21:3 Meaning and Commentary

2 Chronicles 21:3

And their father gave them great gifts of silver, and of gold,
and of precious things
As jewels and precious stones; or precious garments, as the Targum, in like manner as Abraham gave to his sons, when he sent them from Isaac: with fenced cities in Judah;
not as their own property, but he appointed them governors in them, to defend them against an enemy, and as a mark of honour to them: but the kingdom gave he to Jehoram,
because he was the firstborn; strictly observing the law in ( Deuteronomy 21:16 Deuteronomy 21:17 ) , which was not always done; though it was reckoned by the Heathens contrary to the law of nations to give the kingdom to the younger F25.


FOOTNOTES:

F25 Justin. e Trogo, l. 16. c. 2.

2 Kronieken 21:3 In-Context

1 Daarna ontsliep Josafat met zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen in de stad Davids; en zijn zoon Joram werd koning in zijn plaats.
2 En hij had broederen, Josafats zonen, Azarja, en Jehiel, en Zecharja, en Azarjahu, en Michael, en Sefatja; deze allen waren zonen van Josafat, den koning van Israel.
3 En hun vader had hun vele gaven gegeven van zilver, en van goud, en van kostelijkheden, met vaste steden in Juda; maar het koninkrijk gaf hij Joram, omdat hij de eerstgeborene was.
4 Als Joram tot het koninkrijk zijns vaders opgekomen was, en zich versterkt had, zo doodde hij al zijn broederen met het zwaard, mitsgaders ook enige van de vorsten van Israel.
5 Twee en dertig jaar was Joram oud, toen hij koning werd, en hij regeerde acht jaren te Jeruzalem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.