2 Samuël 2:15

15 Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.

2 Samuël 2:15 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:15

Then there arose and went over by number twelve of Benjamin,
&c.] Whom Abner had picked out of that tribe, being his own, and whom he knew to be stout and courageous men, and closely attached to him. It seems by this as if Abner's men,

[which pertained to] Ishbosheth, the son of Saul,
passed over the pool of Gibeon unto Joab's men; so forward were they to engage in this duel, and it makes it still more appear that they were the aggressors:

and twelve of the servants of David;
of his army under Joab, whom Joab either selected, or they, offered themselves as willing to engage with the twelve that were come over.

2 Samuël 2:15 In-Context

13 Joab, de zoon van Zeruja, en de knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; en zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan gene zijde des vijvers.
14 En Abner zeide tot Joab: Laat zich nu de jongens opmaken, en voor ons aangezicht spelen. En Joab zeide: Laat hen zich opmaken.
15 Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.
16 En de een greep den ander bij het hoofd, en stiet zijn zwaard in de zijde des anderen, en zij vielen te zamen; daarvan noemde men dezelve plaats Chelkath-Hazurim, die bij Gibeon is.
17 En er was op dienzelfden dag een gans zeer harde strijd. Doch Abner en de mannen van Israel werden voor het aangezicht der knechten van David geslagen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.