Amos 8:7

7 De HEERE heeft gezworen bij Jakobs heerlijkheid: Zo Ik al hun werken in eeuwigheid zal vergeten!

Amos 8:7 Meaning and Commentary

Amos 8:7

The Lord hath sworn by the excellency of Jacob
Not by the ark, as R. Japhet; nor by the temple, as Kimchi; but by himself; which sense Kimchi also mentions, and Aben Ezra; the God of Jacob and his glory, the most excellent of all Jacob's enjoyments, and of whom he had reason to boast and glory; see ( Amos 6:8 ) ; surely I will never forget any of their works;
their wicked works, especially those now mentioned; God forgets when he forgives them, or suffers them to go unpunished; but though he had done so long, he would do so no more; on which they might depend, since he had not only said it, but swore to it.

Amos 8:7 In-Context

5 Zeggende: Wanneer zal de nieuwe maan overgaan, dat wij leeftocht mogen verkopen? en de sabbat, dat wij koren mogen openen? verkleinende de efa, en den sikkel vergrotende, en verkeerdelijk handelende met bedrieglijke weegschalen;
6 Dat wij de armen voor geld mogen kopen, en den nooddruftige om een paar schoenen; dan zullen wij het kaf van het koren verkopen.
7 De HEERE heeft gezworen bij Jakobs heerlijkheid: Zo Ik al hun werken in eeuwigheid zal vergeten!
8 Zou het land hierover niet beroerd worden, en al wie daarin woont treuren? Ja, het zal geheel oprijzen als een rivier, en het zal heen en weder gedreven en verdronken worden, als door de rivier van Egypte.
9 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de Heere HEERE, dat Ik de zon op den middag zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage verduisteren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.