Daniël 3:10

10 Gij, o koning! hebt een bevel gegeven, dat alle mensen, die horen zouden het geluid des hoorns, der pijp, der citer, der vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei soorten van muziek, nedervallen, en het gouden beeld aanbidden zouden;

Daniël 3:10 Meaning and Commentary

Daniel 3:10

Thou, O king, hast made a decree
According to his own mind and will, and which he had published as such to his subjects: that every man;
let him be who he will, high or low, rich or poor, in whatsoever station or condition: that shall hear the sound of the cornet, flute, harp, sackbut,
psaltery, and dulcimer, and all kinds of music;
such as had been just then blown or played on: shall fall down and worship the golden image;
which the king had ordered to be made and set up, and now dedicated, and had been worshipped by men of all ranks.

Daniël 3:10 In-Context

8 Daarom naderden even ter zelfder tijd Chaldeeuwse mannen, die de Joden openlijk beschuldigden;
9 Zij antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar: O koning! leef in der eeuwigheid!
10 Gij, o koning! hebt een bevel gegeven, dat alle mensen, die horen zouden het geluid des hoorns, der pijp, der citer, der vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei soorten van muziek, nedervallen, en het gouden beeld aanbidden zouden;
11 En wie niet nederviel, en aanbad, die zou in het midden van den oven des brandenden vuurs geworpen worden.
12 Er zijn Joodse mannen, die gij over de bediening van het landschap van Babel gesteld hebt, Sadrach, Mesach en Abed-nego; deze mannen hebben, o koning! op u geen acht gesteld; uw goden eren zij niet, en zij bidden het gouden beeld niet aan, hetwelk gij opgericht hebt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.