Daniël 7:23

23 Hij zeide aldus: Het vierde dier zal het vierde rijk op aarde zijn, dat verscheiden zal zijn van al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het zal dezelve vertreden, en het zal ze verbrijzelen.

Daniël 7:23 Meaning and Commentary

Daniel 7:23

Thus he said
The person that stood by, the angel, of whom Daniel made his inquiries, and who answered him, as follows: the fourth beast shall be the fourth kingdom on earth;
which shows that the angel, by four kings, ( Daniel 7:17 ) , meant four kingdoms, that should successively arise in the earth, and out of it, one after another; and this kingdom is not the kingdom of the Seleucidae, nor the Turkish, but the Roman empire; for this is to continue until the kingdom of Christ takes place; see ( Daniel 7:7 ) : which shall be diverse from all kingdoms;
from the kingdoms and monarchies that were before it; particularly as a kingdom, in its form of government, both when Pagan and when Papal; see ( Daniel 7:7 ) : and shall devour the whole earth, and shall tread it down, and break it
in pieces:
not the whole land of Judea only, as some read and interpret it; but the whole world, which the Romans became masters of; and the phrases used denote the destruction and desolation they made, wherever they carried their arms, and the cruelty and tyranny they exercised, and the vast profusion of blood made by them, both among the Heathens they subdued, and the Christians they persecuted.

Daniël 7:23 In-Context

21 Ik had gezien, dat diezelve hoorn krijg voerde tegen de heiligen, en dat hij die overmocht,

22 Totdat de Oude van dagen kwam, en het gericht gegeven werd aan de heiligen der hoge plaatsen, en dat de bestemde tijd kwam, dat de heiligen het Rijk bezaten.

23 Hij zeide aldus: Het vierde dier zal het vierde rijk op aarde zijn, dat verscheiden zal zijn van al die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het zal dezelve vertreden, en het zal ze verbrijzelen.

24 Belangende nu de tien hoornen: uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en een ander zal na hen opstaan; en dat zal verscheiden zijn van de vorigen, en het zal drie koningen vernederen.

25 En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.