Deuteronomium 10:20

20 Den HEERE, uw God, zult gij vrezen; Hem zult gij dienen, en Hem zult gij aanhangen, en bij Zijn Naam zweren.

Deuteronomium 10:20 Meaning and Commentary

Deuteronomy 10:20

Thou shalt fear the Lord thy God
Which includes the whole worship of him, external and internal:

him shalt thou serve;
heartily and sincerely, according to his revealed will, and him only:

and to him shall thou cleave;
and not turn aside to follow other gods, and worship them:

and swear by his name;
and his only, whenever it is necessary to take an oath, which should not be done rashly or on trivial accounts; and never by any creature, but by the living God; see ( Deuteronomy 6:13 ) .

Deuteronomium 10:20 In-Context

18 Die het recht van den wees en van de weduwe doet; en den vreemdeling liefheeft, dat Hij hem brood en kleding geve.
19 Daarom zult gijlieden den vreemdeling liefhebben, want gij zijt vreemdelingen geweest in Egypteland.
20 Den HEERE, uw God, zult gij vrezen; Hem zult gij dienen, en Hem zult gij aanhangen, en bij Zijn Naam zweren.
21 Hij is uw Lof, en Hij is uw God. Die bij u gedaan heeft deze grote en vreselijke dingen, die uw ogen gezien hebben.
22 Uw vaderen togen af naar Egypte met zeventig zielen; en nu heeft u de HEERE, uw God, gesteld als de sterren des hemels in menigte.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.