Deuteronomium 28:13

13 En de HEERE zal u tot een hoofd maken, en niet tot een staart, en gij zult alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn; wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede te houden en te doen;

Deuteronomium 28:13 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:13

And the Lord shall make thee the head, and not the tail
Give them dominion over others, and not make them subject to them; the head signifies rulers and governors, and the tail the common people that are subjects; or the one such that are honourable and in high esteem, and the other such that are mean and base; see ( Isaiah 9:14 Isaiah 9:15 ) ; the Targum of Jonathan is,

``the Word of the Lord shall make thee''

and thou shalt be above only, and thou shall not be beneath;
which explains what is meant by head and tail, being uppermost and lowermost, as the head is the upper part, and the tail the lower part of a creature; the one is more honourable, the other vile: the sense is, that they should be superior to other people in honour and dignity, and not below them, or vassals to them: if that thou hearken to the commandments of the Lord thy God, which I
command thee this day to observe and to do [them];
which is the condition on which all this happiness depended.

Deuteronomium 28:13 In-Context

11 En de HEERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht uws buiks, en in de vrucht uwer beesten, en in de vrucht uws lands; op het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven.

12 De HEERE zal u opendoen Zijn goeden schat, den hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, en om te zegenen al het werk uwer hand; en gij zult aan vele volken lenen, maar gij zult niet ontlenen.

13 En de HEERE zal u tot een hoofd maken, en niet tot een staart, en gij zult alleenlijk boven zijn, en niet onder zijn; wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede te houden en te doen;

14 En gij niet afwijken zult van al de woorden, die ik ulieden heden gebiede, ter rechterhand of ter linkerhand, dat gij andere goden nawandelt, om hen te dienen.

15 Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem des HEEREN, uws Gods, niet zult gehoorzaam zijn, om waar te nemen, dat gij doet al Zijn geboden en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede; zo zullen al deze vloeken over u komen, en u treffen.