Deuteronomium 28:19

19 Vervloekt zult gij zijn in uw ingaan, en vervloekt zult gij zijn in uw uitgaan.

Deuteronomium 28:19 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:19

Cursed [shalt] thou [be] when thou comest in, and cursed
[shalt] thou [be] when thou goest out.
] (See Gill on Deuteronomy 28:6). (See Gill on Deuteronomy 28:16).

Deuteronomium 28:19 In-Context

17 Vervloekt zal zijn uw korf, en uw baktrog.
18 Vervloekt zal zijn de vrucht uws buiks, en de vrucht uws lands, de voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee.
19 Vervloekt zult gij zijn in uw ingaan, en vervloekt zult gij zijn in uw uitgaan.
20 De HEERE zal onder u zenden den vloek, de verstoring en het verderf, in alles, waaraan gij uw hand slaat, dat gij doen zult; totdat gij verdelgd wordt, en totdat gij haastelijk omkomt, vanwege de boosheid uwer werken, waarmede gij Mij verlaten hebt.
21 De HEERE zal u de pestilentie doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.