Exodus 33:2

2 En Ik zal een Engel voor uw aangezicht zenden (en Ik zal uitdrijven de Kanaanieten, de Amorieten, en de Hethieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten),

Exodus 33:2 Meaning and Commentary

Exodus 33:2

And I will send an angel before thee
Not the angel before promised, ( Exodus 23:20 ) the Angel of his presence, the eternal Word and Son of God, but a created angel; and so Aben Ezra observes, he does not say the Angel that was known, that his name was in him; though even this was to be looked upon as a favour, and showed that he had not utterly cast them off:

and I will drive out the Canaanite, the Amorite, and the Hittite,
the Perizzite, the Hivite, and the Jebusite;
who were now the inhabitants of the land, and these he promises drive out, to make way for their possession of it; and that "by his hand", as the Targum of Jonathan interprets it, by the hand of the angel. Only six nations are mentioned, though there were seven; the Girgashite is omitted, but added in the Septuagint version.

Exodus 33:2 In-Context

1 Voorts sprak de HEERE tot Mozes: Ga heen, trek op van hier, gij en het volk, dat gij uit Egypteland opgevoerd hebt, naar het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven;
2 En Ik zal een Engel voor uw aangezicht zenden (en Ik zal uitdrijven de Kanaanieten, de Amorieten, en de Hethieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten),
3 Naar het land, dat van melk en honig is vloeiende; want Ik zal in het midden van u niet optrekken; want gij zijt een hardnekkig volk; dat Ik u op dezen weg niet vertere.
4 Toen het volk dit kwade woord hoorde, zo droegen zij leed; en niemand van hen deed zijn versiersel aan zich.
5 En de HEERE had tot Mozes gezegd: Zeg tot de kinderen Israels: Gij zijt een hardnekkig volk; in een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden optrekken, en zou u vernielen; doch nu, legt uw sieraad van u af, en Ik zal weten, wat Ik u doen zal.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.