Ezechiël 20:41

41 Ik zal een welgevallen aan ulieden nemen om den liefelijken reuk, wanneer Ik u van de volken uitvoeren, en u vergaderen zal uit de landen, in dewelke gij zult verstrooid zijn, en Ik zal in u geheiligd worden voor de ogen der heidenen.

Ezechiël 20:41 Meaning and Commentary

Ezekiel 20:41

I will accept you with your sweet savour
Their sins being expiated by the sacrifice of Christ, which is unto God for a sweet smelling savour; and their persons being, clothed with the robe of his righteousness, and the garments of his salvation, all whose garments smell of myrrh, aloes, and cassia; the Gospel being the savour of life unto life unto them; and the savour of the knowledge of Christ being communicated to them by it; and also the savour of his good ointments, the graces of the Spirit, being imparted to them: when I bring you out of the people, and gather you out of the countries
wherein ye have been scattered;
which will not only be locally and literally true of them, when the Jews are converted, that they shall be collected together out of all nations where they now are dispersed, and return to their land; but spiritually also, they being effectually called out from among the, men of the world, and to leave their former company, customs, and lusts: and I will be sanctified in you before the Heathen;
the Gentiles, Christian men; who will take notice of the power, and grace, and goodness of God, in the conversion and restoration of them, and praise and glorify him on account of it; and when he will be visibly feared, served, and worshipped, in the midst of them.

Ezechiël 20:41 In-Context

39 En gijlieden, o huis Israels, alzo zegt de Heere HEERE: Gaat henen, dient een ieder zijn drekgoden, ook hierna, dewijl gijlieden naar Mij niet hoort; doch ontheiligt niet meer Mijn heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden.
40 Want op Mijn heiligen berg, op den hogen berg Israels, spreekt de Heere HEERE, daar zal Mij het ganse huis Israels in het land dienen, zij allen; daar zal Ik welgevallen aan hen nemen, en daar zal Ik uw hefofferen eisen, en de eerstelingen uwer heffingen met al uw geheiligde dingen.
41 Ik zal een welgevallen aan ulieden nemen om den liefelijken reuk, wanneer Ik u van de volken uitvoeren, en u vergaderen zal uit de landen, in dewelke gij zult verstrooid zijn, en Ik zal in u geheiligd worden voor de ogen der heidenen.
42 En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik u in het landschap Israels gebracht zal hebben, in het land, waarover Ik Mijn hand opgeheven heb, om hetzelve uw vaderen te geven.
43 Daar zult gij dan gedenken aan uw wegen, en aan al uw handelingen waarmede gij u verontreinigd hebt, en gij zult van u zelven een walging hebben over al uw boosheden, die gij gedaan hebt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.