Ezechiël 21:8

8 Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

Ezechiël 21:8 Meaning and Commentary

Ezekiel 21:8

Again, the word of the Lord came unto me, saying.
] Either this is a new prophecy of another sword, distinct and different from that of the Chaldeans, even of the sword of the Romans, as Cocceius thinks or it is a further explanation of the former, and an enlargement upon it.

Ezechiël 21:8 In-Context

6 Maar gij, mensenkind, zucht; zucht voor hun ogen met verbreking der lenden en met bitterheid.
7 En het zal geschieden, als zij tot u zeggen zullen: Waarom zucht gij, dat gij zeggen zult: Om het gerucht, want het komt! en alle hart zal versmelten, en alle handen zullen verslappen, en alle geest zal inkrimpen, en alle knieen als water henenvlieten; ziet, het komt, en het zal geschieden, spreekt de Heere HEERE.
8 Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
9 Mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de HEERE: Zeg: Het zwaard, het zwaard is gescherpt, en ook geveegd.
10 Het is gescherpt, opdat het een slachting slachte; het is geveegd, opdat het een glinster hebbe; of wij dan zullen vrolijk zijn? het is de roede Mijns Zoons, die alle hout versmaadt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.